Van Gils was een (uitstekende) wiskundeleraar met humor en stijlvolle omgangsvormen. Hij stak regelmatig een sigaret op (Rothmans) en rookte geserreerd en met precisie. Bij binnenkomst van de leerlingen peilde hij de stemming en sprak de leerlingen met ‘U’ aan. Dat laatste was uiteraard wederkerig. Van tutoyeren was geen sprake.
Van Gils had een licht militaire uitstraling en een glazen oog. Spieken was moeilijk bij hem omdat je niet goed wist waar hij heen keek. Voor de meisjes was hij aardig en begripvol, voor jongens wat minder. Hij gaf soms ook beroepsadviezen. Als een leerling de (uitleg van) de som weer eens niet snapte, dan riep Van Gils uit: ’Wat dacht u van een goed beklante fruitwijk?’
Just Vlak, eindexamen gymnasium B 1966.