De arbeidstheorie van natuurkundeleraar Vonken

Natuurkunde geldt als een exact vak. Dat het soms iets minder exact toegaat dan we zouden willen, moge blijken uit het volgende verhaal. Het vak werd in mijn tijd in het gebouw aan de Kromme Nieuwegracht gedoceerd door de heer Vonken. Dit gebeurde in het natuurkundelokaal dat zich op de begane grond bevond tussen het kantoortje van de conciërge en de gymnastiekzaal. Het lokaal had een theateropstelling: vooraan bevond zich een demonstratietafel voor natuurkundige proeven, waarbij de bankjes voor de leerlingen naar achter toe trapsgewijs hoger waren geplaatst. In het lokaal bevonden zich muurkasten met doorzichtige ruiten. Hierin werden geheimzinnige apparaten bewaard waarvan de betekenis ons ontging.

De heer Vonken droeg een keurig colbert en een stropdas, maar liep altijd op slippers. Hij was heel relaxed en glimlachte voortdurend. Op een dag werd het natuurkundige begrip ‘arbeid’ behandeld. Bij natuurkunde is arbeid het product van kracht en afgelegde weg. Een slimme leerling in onze klas stelde de vraag: ,,Als ik een zware koffer met de hand til en verder volkomen stilsta is de afgelegde weg nul. Verricht ik dan geen arbeid?’’ Niet uit het veld geslagen antwoordde de heer Vonken: ,,Het is onmogelijk om volkomen stil te staan. Je trilt altijd een beetje met zo’n zware koffer in de hand. De weg is dus niet nul en je hebt toch arbeid verricht.” Een biochemicus zou natuurlijk tegen zo’n antwoord hebben geprotesteerd, maar dat gebeurde helaas niet.

Berucht waren de onverwachte schriftelijke overhoringen. Tien minuten voor het einde van de les vroeg de heer Vonken aan ons: ..Heeft iemand nog iets te vragen? Nee? Pak dan maar een blaadje… Vraag 1:….etc.’’ Bij een volgende les, toen hij deze vraag opnieuw stelde, kreeg ik van mijn achterbuurman een stomp in de rug waarbij hij siste: ,,Vooruit, vraag iets!” Het mocht niet baten, we moesten toch een blaadje pakken.

Het was een zware slag toen wij hoorden dat de heer Vonken een verkeersongeval had gehad en gedurende onbekende tijd uitgeschakeld was. Als noodoplossing werden de lessen natuurkunde vanaf dat moment gegeven door de heer Kinderdijk, een wetenschapper die zich bij de universiteit bezighield met onderzoek naar gasontladingen. Wat waren we blij toen de heer Vonken gezond en wel in onze klas was teruggekeerd en zijn lessen kon hervatten!

Het natuurkundelokaal was ook het decor voor de lessen Grieks van de heer Erich. Op een drafje kwam hij het lokaal binnen waarbij hij met stentorstem ‘Homerus!’ riep. Op een dag moest een leerling een stukje tekst uit de Ilias vertalen terwijl de heer Erich kritisch luisterde. De leerling vertaalde de naam van de Griekse held ‘Aias’ met Ajax. Als door een horzel gestoken reageerde de heer Erich: ,,Ajax?! Dat is zo’n kluppie in Amsterdam! Dit is Aias! Aiasssssss!”

Ton van den Besselaar,  eindexamen 1969

De leerlingen van VIgym6, schooljaar 1968/1969, laten zich vereeuwigen. Op de voorgrond: Akkie van Jaarsveld. Eerste rij zittend van links naar rechts: George Cornelissen, Mieke Beer, Jos Meijers, docent natuurkunde  Vonken, José Delemarre, Marianne Bakker en Ton van den Besselaar. Staand van links naar rechts: Jos Rensing, Fred Tonneijck, Herman Verheul, Rik de Kock, Ron Kolvers, docent biologie  Schemmekes, Jan van Amerongen, Frans Smits, Wil Groenendijk, Johan de Hair, Jacques de Groot en Willem Welling.