Eind augustus of begin september 1965… in een lokaal in de HBS-vleugel, tweede verdieping.
Het is voor het eerst sinds de kleuterschool dat ik nu in 3HBS in een gemengde klas zit.
Vorig jaar hebben we wel met onze hele 2HBS-klas samen met een 2 MMS-klas twee bezinningsdagen gehad; ik meen in het parochiehuis bij de Sint-Antoniuskerk op de Kanaalstraat. Er werd daar toen ook nog seksuele voorlichting gegeven, door onze godsdienstleraar! Erg spannend, dat herinner ik me nog wel, en het resulteerde erin dat een klasgenoot en ik na school nog menig fietstochtje met en langs twee meisjes uit die MMS-klas maakten.
Maar vanaf nu dus gewoon elke dag zo’n twintig jongens samen met, ik geloof, wel acht meisjes, en twee van hen zijn zittenblijvers, eigenlijk in onze ogen al onbereikbare vrouwen.
En dan hebben we onze eerste les Duits van het jaar. De leraar is een al wat oudere man over wie sommigen van ons al wat verhalen hebben gehoord: Hij geeft parttime les op Boni, is eigenlijk vooral een Tukker en heeft daar een boerderij, wellicht fokt hij daar renpaarden: de heer Kemperink.
Hij komt binnen, en het natuurlijke klassengemompel bij een leswisseling valt stil. Het is een forse man, die, niet onvriendelijk, bijna vrolijk de klas rond kijkt. Dan wijst hij naar de twee meisjes, die achteraan zitten, in de hoek van de klas, bij het raam, de plek die zij gezien hun status als zittenblijvers de eerste dag als vanzelfsprekend hadden opgeëist.
En hij dirigeert ze naar de twee nog open plekken, vooraan, vlak voor zijn bureau. Zo had niet alleen hij meer zicht op deze onbereikbare vrouwen, maar ook wij, stoere HBS’ers, die nog moesten wennen aan het nieuwe fenomeen: meisjes in de klas
Ad Migchielsen, eindexamen 1969