Ter vergroting van persoonlijke vorming en culturele ontwikkeling ging je in de vorige eeuw op dansles. Als goed katholiek belandde je dan in Dansschool Cor Zegers, want dat was ook een rooms instituut. Anderen zochten hun dansgeluk in de binnenstad bij Wildschut of Cornelissen. Woonde je in Zuilen dan ging je naar Jansen aan de Straatweg. ‘Dáánsen bij Jáánsen’ was een gevleugelde uitdrukking in het Utrechtse.
Wij ‘danslesten’ dus massaal op vrijdagmiddag bij Zegers. Want als je op Boni zat, kreeg je aanzienlijke korting op het cursusgeld. En ook Zegers had er voordeel bij. Hij ontving ons en onze guldens hartelijk om die anders stille middaguurtjes op te vullen.
Cor Zegers was een keurige heer van middelbare leeftijd, die ons samen met zijn zus Trees de eerste beginselen van het dansen bijbracht. En niet zomaar dansen, nee het was wel stijldansen, dat we bij hem leerden: quickstep, Engelse wals, Weense wals, chachacha en ook nog iets ‘moderns‘, de djive.
Op die lessen danste je vaak nogal houterig, althans in mijn geval, de balzaal rond. Maar op de laatste cursusdag mochten we los gaan en vrij dansen. Dat ging dan op muziek die Cor Zegers zelf uitkoos, want hij was natuurlijk wel de baas van de zaak. Inspraak van die schooljeugd kwam in zijn woordenboek niet voor. Zijn muziekkeuze kwam niet echt overeen met de onze. Hij wilde dan nog wel eens een dixielandplaatje opzetten, maar hits uit de jaren ’60, nee daar begon hij niet aan. Wij wilden met ons hele lichaam dansen, twisten en shaken op de tonen van Elvis’ Devil In Disguise, Let’s Twist Again van Chubby Checker of She Loves You van The Beatles. Maar wij waren niet van gisteren en gooiden vervolgens een toenmalig veelvuldig gebruikt middel in de strijd: de sitdownnstaking. Eensgezind gingen we op de grond zitten en dansten niet verder, tot grote woede van Cor Zegers.
Het traditionele slotbal ter afsluiting van de cursus konden die vlegels daarna op hun buik schrijven. Ik weet niet, hoe de schoolleiding erin slaagde met Zegers weer op normale voet door te gaan. Ik vermoed, dat – naast excuses – het geld, dat hij zonder Boni-leerlingen zou mislopen, wonderen heeft gedaan.
Gerard Veerkamp, eindexamen 1966