We weten dat het menselijke geheugen niet zo best is, maar mijn herinneringen aan de Provence-reis ruim veertig jaar geleden – het Boni bestond nog geen zestig jaar – kloppen nog vrij aardig met de foto’s en het reisprogramma, die ik na een verhuizing terugvond.
Met de fiets op de trein naar Avignon en van daaruit veertien dagen door de Provence, velen op degelijke stadsfietsen. Georganiseerd door Fred Kloek en Ton Drubbel, mevrouw Drubbel was mee en twee studenten – archeologie en sociale geografie – als ik me niet vergis. De tenten en het proviand gingen geloof ik mee in een Renault 4 bestelauto, door de studenten bestuurd.
We werden serieus voorbereid met avondbijeenkomsten, waar we kennismaakten met geschiedkundige, taalkundige, klassieke, archeologische en geologische aspecten van dat stokoude cultuurgebied (‘van waaruit de Europese beschaving na de val van het west-Romeinse Rijk overeind werd gehouden’).
Het programma oogt nog altijd strak en vol: Vaison-la-Romaine, Orange, de toen ook al beroemde Mont Ventoux, die ongepland, als extra bonus door sommigen nog even werd bedwongen (ik vond het geloof ik gezellig genoeg aan de voet). Gordes, naar de heilige mis op zondagochtend, Saint Rémy, Arles, Les Beaux (waar een laat-Romeins muntje werd gevonden), etc. Alleen het Maison Carré in Nîmes werd overgeslagen. Alcohol was beperkt tot de landwijn bij het avondeten, afgezien van de stiekeme rum-cola’s, die het budget trouwens snel uitputten.
De twijfel rest of ik ooit wel eens aan de organisatoren heb laten weten hoe leuk ik het vond en – achteraf des te meer – of ik hun inspanningen wel genoeg heb gewaardeerd. Twee weken met een stel halfpubers op fietsvakantie, dat is toch niet niks. Ik vond dat toen heel gewoon. Via deze anekdote wil ik dat verzuim goed maken. Na veertig jaar alsnog: geweldig dat jullie dit hebben gedaan!
Peter Lemaire, eindexamen 1981