Een van mijn favoriete leraren was Krauwer. Hij probeerde bij ons enige kennis en vaardigheden omtrent de handelswetenschappen bij te brengen. Handelswetenschappen omvatten de vakken boekhouden en bedrijfshuishoudkunde, organisatie en techniek van de handel en handelsrekenen, en recht. Krauwer had zo zijn vaste uitdrukkingen, die je je leven lang bijblijven. Nu nog vermoei ik geregeld mijn gesprekspartners aan het slot van een discussie met de term ‘Jenever can tell’.
Krauwer heeft met recht een onuitwisbare indruk op mij gemaakt. En niet alleen om zijn opmerkingen. Hij was een vriendelijke man, had geen vervelende middelen nodig om ons stil, aandachtig of aan het werk te houden, gaf goed les. En hij wist precies waar hij de leerlingen kon raken. Ik vergeet nooit die gebeurtenis tijdens een repetitie, die we toen ook wel schriftelijke overhoring noemden. Op een gegeven moment kwam hij uit zijn stoel, op een verhoging voorin het lokaal. Liep langzaam, haast geruisloos, tussen twee rijen zwoegende leerlingen door naar achter in de klas. Riep plotseling: ‘En nu heb ik je!’. Pakte een krijtje, dat op een richel aan de muur lag. En liep zonder een woord te zeggen bijna triomfantelijk terug naar zijn plek voorin de klas. Het gezelschap veelal zwetende leerlingen, dat bang was door hem gesnapt te zijn met spieken, verschrikt achterlatend. Geweldige leraar, die Krauwer.
Gerard Veerkamp, eindexamen 1966