Bonifatianen hebben altijd al op school van zang en muziek kunnen genieten. Naast het reguliere muziekonderwijs lieten leerlingen en leerkrachten zien dat ze behoorlijk wat in hun mars hadden op muzikaal gebied. Vóór de Tweede Wereldoorlog was het Boni een jazzorkest, Sonore, rijk. In de jaren zestig lieten The Boni Blackbirds en de Boni Folksingers van zich horen, terwijl vanaf de jaren zeventig de Boni Boventoon Blazers tijdens carnaval en bij andere ‘plechtige’ gelegenheden nadrukkelijk, zeg maar gerust luidruchtig, aanwezig waren. Zij slingerden wereldse muziek de ether in. Hoe anders was het in het prille begin van het St. Bonifacius Lyceum. In 1924, zo is te lezen in een uitgave van het schoolblad Stemmen uit 1982, trad tijdens een ‘Grote Avond’ het lyceumkoortje ‘Zon en Zang’ op. Met meer sacrale nummers. Het muzikale gezelschap begon zijn optreden met drie religieuze liederen: ‘Tota pulchra es Maria’ (Geheel schoon zijt gij Maria), ‘Salve Mater misericordiae’ (Wees gegroet Moeder van barmhartigheid) en ‘Heer Jezus heeft een hofken’. Later op de avond kwam het selecte gezelschap nog een keer terug om de volksliedjes ‘Moederken’, ‘Mei’ en ‘Zon en zang’ de zaal in te slingeren. In 1950 kwamen bij een grootse schoolmanifestatie met name liefhebbers van klassieke muziek aan hun trekken. Het koor onder leiding van muziekleraar Guus Stoop bestond voor het grootste deel uit meisjes uit 4 en 5 MMS en vertolkte de Kaffeekantate van Johan Sebastian Bach. Met solistische ondersteuning van Willy de Graaf (MMS), Ben Herremans (HBS) en Jan Kuitenbrouwer (Gym). Gerard Dekker (Gym) bespeelde het clavecimbel.
Gerard Veerkamp, redactieraad