‘It’s a legend’

september 1963, de zomervakantie is al een paar weken geleden
1H lokaal 111 (jawel, dat is ooit een gewoon lokaal geweest), Engelse les van de heer Beke.

‘Who knows what the Flying Dutchman is?’

‘I know, sir. It’s a legend.’

De start van ons boek voor Engels. De rest is wat vervaagd in de mist van wat we geheugen noemen. Ook al omdat direct na dat begin-audio-beeld de volgende herinneringen zich verdringen:

‘Ah, meneer Beke, vertelt u nog eens iets over uw eigen jeugd, toe.’

‘Veel leuker dan zo’n oude Flying Dutchman.’

‘Precies! Zoals toen u vertelde over uw eigen wiskundeleraar, die zo boos werd op een leerling, dat hij een passer naar hem gooide!’

‘En dat die passer, nog natrillend, recht in zijn voorhoofd stond!’

‘Eh, waarom zou ik? Jullie geloven mijn verhalen toch niet.’

‘Nietwaar, meneer!’

‘Echt we geloven u, echt waar!’

‘Ah meneer, toe…’

‘Nou, goed….. Heb ik jullie al eens verteld over mijn liftvakantie met een vriend?’

‘Liftvakantie?’

‘Nee, echt niet!’

‘Vertellen, vertellen, vertellen.’

‘Goed, goed dan….. Mijn vriend en ik hadden al de hele ochtend, met tent en kampeerspullen in onze rugzakken, bij de snelweg naar Eindhoven staan liften. Zo, met de duim omhoog. En dan maar hopen dat iemand stopte… Kregen we een lift van een vrachtwagenchauffeur die zei dat ie naar Parijs ging! Nou, zei mijn vriend, daar wilden we nu net naar toe. Toen wist ik dat ook. Het was een hele rit. De chauffeur had bij elke stad wel een verhaal, kortom ook nog eens een geweldige trip. Maar het wel steeds donkerder. In het pikkedonker werden we afgezet. ‘Dit is Parijs zei de chauffeur, als je die kant op loopt kom je vanzelf in het centrum.’ Een verschrikkelijk end lopen. Uiteindelijk waren we het allebei zat, en honger dat we hadden. ‘We gaan kamperen’, zei mijn vriend. En iets verder zagen we zowaar een vlammetje. Dus wij daar de tent opgezet en een lekker eitje gebakken op dat vlammetje en toen slapen. Werden we de volgende morgen heel vroeg door zo’n Franse gendarme wakker geschud. ‘Wat wij wel niet dachten!’ In het Frans dan, hè. Of we helemaal gek waren! Wat bleek: we stonden met onze tent onder de Arc de Triomphe! En dat ei hadden we gebakken op de eeuwige vlam voor de onbekende soldaat! Nou wij zo snel mogelijk weg, dat begrijp je…’

Het bleef wat stil in de klas….

‘Zie je nou wel! Jullie geloven me niet!’

En wij maar beweren van wel, maar er was geen houden aan:

‘Open je boek op pagina…..’

Ad Migchielsen, examen 1969