Als de conciërge op de zaterdagochtend gepasseerd was om de afwezigen te noteren, waren er leerlingen die dan weggingen en nooit betrapt werden!
Op een zaterdag had ik een afspraak in Groningen en op die dag ben ik na de controle van de conciërge vertrokken. Voor mij pakte ’t anders uit. Onze conrector was dhr. Bosboom. Ik werd echter opgeroepen door dhr. Geelen. Voor mij een grote verschrikking. Eenmaal in zijn werkkamer vroeg hij mij waar ik die zaterdag was geweest. Een goede leugen: naar de tandarts. Goed, geef mij maar zijn telefoonnummer, dan zal ik hem even bellen. Wat nu? Gelukkig kwam er een leraar binnen om iets te vragen. Van dat moment heb ik gebruik gemaakt om voor te stellen om bij de tandarts langs te gaan voor een bevestiging van mijn afspraak. Ontsnapt. Mijn voorstel werd aangenomen. De tandarts was (is) mijn zwager.
Hans Vlug, eindexamen 1970