Wat een tijdsbeeld deze foto van klas 4 gym, jaargang 1962/1963! De leerlingen geschaard rondom en aan de voeten van klassenleraar Wigman, docent geschiedenis. Dat tijdsbeeld betreft vooral de positie van de jongens en meisjes. En die van de leraar. De meisjes, die toen veelal als het zwakke geslacht werden aangeduid, mochten blijven zitten. De jongens toonden wel sterke benen en escorteerden de docent. Een enkel meisje liet zich niet op haar plaats zetten en voegde zich bij de mannen. Het zou heel goed kunnen, dat niet de fotograaf maar de heer Wigman zelf de regie van deze opstelling heeft gevoerd.
Drs. Henri Wigman was een bijzondere leraar. Laten we zeggen: wie les van hem heeft gehad, heeft een harde leerschool gekend. Bonifatianen – die in die tijd nog geen Bonifanten werden genoemd – moesten kennis van de wereldgeschiedenis tot zich nemen uit boeken, waarvan Wigman de auteur was. Die geschiedenis had hij opgeschreven in enkele delen van het standaardwerk ‘De geschiedenis van de mensheid’. Een uitgave van de uiteraard r.k. uitgeverij Dekker & Van de Vegt.
Maar nog belangrijker waren zijn dictaten in schematische vorm. Als je die maar uit je hoofd had geleerd, was je in elk geval verzekerd van een voldoende. Zijn ‘geschiedenislessen in schematische vorm‘ werden vaak op zijn instigatie met krijt op het schoolbord voor in de klas gekalkt. Dan werd je geacht deze letterlijk in je dictaatcahier neer te pennen. In die schema’s waren Wigmans bijzondere aanwijzingen onontbeerlijk. In het oor van een trits generaties leerlingen moet ongetwijfeld nu nog het staccato uitgesproken ‘PIJLTJE LINKS, MIDDEN, RECHTS’ nagalmen.
Wigman was geen geliefde docent. Hij had niet voor niets de weinig flatteuze bijnaam ‘De Big’. Want als je een beurt kreeg en staande vóór de troepen werd overhoord, kon hij je bij elke misstap genadeloos neersabelen. Het is eigenlijk een godswonder, dat leerlingen na hun middelbareschoolopleiding geschiedenis gingen studeren dan wel beroepsmatig bijzondere interesse in historische onderwerpen aan de dag hebben gelegd.
Wigman ging overigens niet gebukt onder zijn bijnaam. Zo ontving een leerling, die goed was in geschiedenis, bij zijn eindexamen zelfs een tien van hem, wat zelden voorkwam. Als aandenken kreeg hij uit handen van Wigman een klein plastic biggetje…
Gerard Veerkamp, eindexamen 1966